Zorgverleners leveren zorg vanuit een afhankelijkheidsrelatie met de patiënt of cliënt en daarin is vertrouwen van cruciaal belang. Vertrouwen is daarom ook een belangrijk fundament van het gezondheidsinformatiestelsel. Daarin is vertrouwen tweeledig: het gaat om vertrouwen in elkaar en vertrouwen in de kwaliteit van data (betrouwbaarheid).
Vertrouwen betekent dat personen en partijen elkaar vertrouwen en vertrouwen hebben in het zorgproces. Bij goede zorg is er sprake van vertrouwen tussen burger en zorgverlener en tussen zorgverleners onderling. Netwerkzorg vergt dat het vertrouwen tussen burger en zorgverlener er ook buiten het directe contact moet zijn. Namelijk in het gehele netwerk van de zorg rondom die burger en niet alleen in een individuele zorgverlener of zorgaanbieder.
Betrouwbaarheid gaat over het vertrouwen in de data zelf. Over vertrouwen in de kwaliteit van data en adequate toepassing hiervan binnen applicaties. Het ontbreken van vertrouwen in de data leidt tot onvoldoende gebruik, wat het leveren van passende zorg belemmert. Vertrouwen in data vraagt om passende standaarden, zodat door eenheid van taal en eenheid van techniek iedere gebruiker en iedere toepassing kan vertrouwen op de juistheid van de data. Een goede met waarborgen omgeven architectuur voor het delen van data kan de verdere ontwikkeling van digitale toepassingen faciliteren.