Vanuit de Wegiz maken het (zorg)veld en leveranciers afspraken over taal en techniek in de ICT. Een ICT-leverancier krijgt hierdoor meer duidelijkheid over de gewenste, toekomstbestendige zorgsystemen en aan welke normen deze moeten voldoen. Leveranciers moeten hun ICT-producten laten certificeren om aan te tonen dat zij gebruikt mogen worden in de zorg. Zo houden we het samen duidelijk én veilig.
Binnen de zorgsector spreken verschillende beroepsgroepen verschillende vaktalen. Een voorbeeld: sommigen noemen orale geneesmiddelen tegen stolling orale anticoagulantia. Artsen afkorten dit soms af tot OAC. Maar gynaecologen en huisartsen kunnen OAC opvatten als orale anticonceptie.
Dat betekent niet dat zorgverleners een nieuwe taal moeten leren. De afspraken over taal houden in dat zorgverleners begrijpen wat een verzender van informatie bedoelt. Dit kan bijvoorbeeld door af te spreken dat we hetzelfde 'ICT-woordenboek' gebruiken. Het ICT-systeem kent dan de verschillende termen en vertaalt deze voor elke beroepsgroep.
We maken ook afspraken over techniek. Deze afspraken houden in dat ICT-systemen zo gemaakt zijn dat zorgverleners informatie van het ene naar het andere systeem versturen en dat die informatie er op dezelfde manier uitkomt als de invoerder bedoelt. Vergelijk dit met afspraken over de vorm van een stopcontact en dat apparaten in Nederland werken met 220 volt.