F. Gedistribueerd communicatienetwerk
Voor de geprotocolleerde overdracht van gegevens is gerichte communicatie nodig. In een gedistribueerd communicatienetwerk verloopt deze communicatie tussen knooppunten (hier ‘nodes’ genoemd) tussen twee of meer zorgaanbieders waarmee zorgaanbieders samen een decentraal netwerk kunnen opzetten. Denk bijvoorbeeld aan het direct versturen van noodzakelijke gegevens bij een verwijzing. Volgens de onderzoekers is dit scenario (dat geprotocolleerde overdracht mogelijk maakt), in combinatie met de andere scenario’s (die databeschikbaarheid mogelijk maken) altijd nodig. Dit scenario kan in combinatie met een dataplatform (scenario C) of met een persoonlijke datakluis (scenario E), een geleidelijk groeipad bieden richting scenario D (gestandaardiseerd datamodel). Voor zorgaanbieders is een communicatienetwerk van belang voor het delen van bepaalde standaard sets van gegevens (zoals een verpleegkundige overdracht), maar het lokaliseren van gegevens of het beschikbaar hebben van data (zoals in scenario’s C, D en E) is lastiger tot niet mogelijk. De burger kan in
een landelijke infrastructuur ook een node zijn en kan daarmee gegevens direct opvragen bij specifieke zorgaanbieders. In dit scenario kan een burger geen gegevens terugsturen naar de zorgaanbieder.